Wat leuk, ik heb fans! ‘Men’ werd ongeduldig want mijn blog liet (what’s new?) weer te lang op zich wachten. Dat klopt. Ik was druk bezig met leven. Soms héél leuk, soms tamelijk afschuwelijk en dan nog alles wat daar tussen zit, ach zoals iedereen waarschijnlijk? Hoewel het tamelijk afschuwelijke ook best bestempeld zou kunnen worden als echt erg afschuwelijk. Maar dat ligt achter me en nu heb ik weer ruimte in hoofd en hart en willen mijn vingers tikken en mijn stem weer spreken.
Dus: Hallo, daar ben ik weer!
Is iemand van jullie trouwens naar de film Sonny Boy geweest? Nee? Doen! Hartverscheurend mooi. Het boek, ja, het boek is natuurlijk nóg mooier maar dat komt door je eigen hoofd, dát weten we. De film is goed voor een tissue-avondje en de verbijstering over hoe kortzichtig mensen kunnen zijn. Gáán!
En eigenlijk zit ik nu een beetje op de wip: ik moet zo naar het theater waar ‘ons’ toneelstuk voor de tweede keer wordt opgevoerd. Vorige week was een smashing succes maar de generale repetitie voor vanavond, afgelopen donderdag, was ronduit een disaster te noemen. Dat schijnt een goed teken te zijn in toneelland. Zou dat ook voor het echte leven gelden? Hmmmm….
Ik sneak er tussenuit. Even verkleden (ik mag de bloemen uitdelen aan de spelers, na afloop dus ik moet er wel bühne fähig uitzien!) en dan hop, in de zeerover. I’ll be back!
Zo’n dikke veertien uur later weet ik dat een slechte generale niet per se een goede uitvoering oplevert. Het stuk is enig en de spelers bevlogen en met veel humor maar op de één of andere manier wilde het gisteravond niet zo vlotten. Ik zat in de zaal, naast mijn oude buurtjes, inmiddels vrienden en constateerde dat zij gelukkig niets in de gaten hadden van versprekingen, omwisselen van teksten en het krampachtig zoeken van één van de spelers naar “wat moet ik nu in vredesnaam ook alweer doen?”. Ik zat regelmatig met saam genepen billen maar de zaal daverde van het lachen en ja, daar gaat het om! Na het geven van de bloemen, afschminken en opruimen hebben we nog lang nagezeten en werden we door Rudi, uitbater van het theater, verwend met een heerlijk plattelands buffet (zalm- en huzarensalade, stokbrood en saté). Volgend jaar zal ik daar ook staan, op dat podium. Als ik het nu betrad, met mijn bloemetjes, kreeg ik al een waas voor mijn ogen en een gevoel een black out te hebben dus dat beloofd wat. Doris, weet waar je aan begint!
Inmiddels heb ik toevallig wel de krant gehaald! Er was een discussie avond georganiseerd in de raadzaal van het gemeentehuis van Barneveld en omdat ik, toen ik met ‘mijn’ Somalische kindertjes liep te leuren, uit pure frustratie de plaatselijke politiek heb ingeschakeld, was men bekend met mijn bestaan en werd ik uitgenodigd. Overigens was het thema ‘zwarte/witte scholen’ maar ik heb toch nog mijn woordje kunnen doen over de vluchtelingenproblematiek waar wij mee te maken hebben en, gezien de situatie in het Midden-Oosten mee te maken blijven krijgen, helaas.
Toch wel leuk, om zo eens mee te mogen en kunnen praten over een maatschappelijk probleem maar ik zeg er meteen bij dat een beleidsfunctie niets voor mij zou zijn. Ik vermoed dat het een vergadercultuur van heb ik jou daar is en ik ben zelf meer van de actie cultuur. Toen ik een aantal maanden geleden een cursus had in Apeldoorn over presentatietechnieken had een mede cursist na 2 minuten al door dat ik alle rimram skip en gelijk in de vijfde fase zit namelijk: wat gaan we doen en hoe doen we het. Of dat goed is valt te betwisten maar het is in elk geval een tegenhanger voor al het koffie geleuter gezwets en het ‘dat bewaren we voor de volgende vergadering’. ;)
Wendy en ik hebben een heerlijk weekendje buffelen in Frankrijk achter de rug. De avond tevoren had ik generale repetitie gehad van toneel met een veel te gezellig nazit dus verstandig op tijd onder de wol was er niet bij. Om kwart voor zes ging de wekker… Maar, omdat ik zou afreizen naar mijn geliefde Frankrijk, stapte ik toch monter uit bed en reisde af naar het aardige plaatsje Weert. Tijdens een overstap in Utrecht vroeg ik aan een jonge vrouw of zij wist welke kant de trein op zou rijden. Ze leek me een forens en die weten dat soort dingen. Maar, het is een vrouw en daar ligt het dan vast aan, ze wist het niet want ‘wij’ hebben tenslotte geen richtingsgevoel!
Kan ik dan niet tegen achteruit rijden? Nou, ik heb ooit een bungee jump gemaakt, ben dól op over de kop gaande rollercoasters en schuw een dolle rafting vaart over een wilde Sri Lankaanse rivier ook niet dus nee, misselijk of anderszins onpasselijk word ik niet van rare movements. Ook niet van een kilo chocola trouwens wat dan wel weer jammer is….
Enfin, tweede ‘mevrouw’ aangesproken. De moeite die ik deed om dit futiele feitje te weten te komen is vrij raadselachtig. Ik verklaar het dus als volgt: de tweede mevrouw heet Jonnet en met haar heb ik tot Den Bosch, waar zij eruit moest, zitten praten. Niet over koetjes en kalfjes maar zo’n beetje ons beider levensverhaal is daar in die rustige forensen coupé de revue gepasseerd. De Metro’s en Spitsen werden naar alle waarschijnlijkheid tersluiks terzijde gelegd want we hadden nogal wat te vertellen. En nu ontwikkelt zich een heel bijzonder vriendschap. Dat kan zomaar gebeuren als je wilt weten welke kant je trein op gaat!
In Gueutteville aangekomen hebben Wendy en ik met geïnteresseerde blik staan klessebessen met de aannemer die van geen wijken wist met zijn voegwerk en steunbalken uitleg (en en passant maar weer wat Franse woordjes erbij geleerd want dit soort gesprekken voerde ik in Parijs wat minder!). Ik was in opperste bewondering voor mijn vriendinnetje dat toch maar mooi thuis was in het aannemers jargon maar dat duurde tot de avond toen ze me giechelend bekende dat ze amper een woord had begrepen van Philippe’s menie verhaal. Gelukkig, ik voelde me al zo’n ignorante…
Een vrolijke en vruchtbare tour dans le Centre commerciale Le Clerc leverde een jaar voorraad olijfolie, een even zo grote dosis shampoos voor Marjan, CD’s (leuk! Accordeonmuziek, beetje Azzola, Piazolla dacht ik. Zijn het me toch een soort Franse Kermisklanten!! Fijn..) en boeken op. En toen de mouwen opgestroopt en en avant! Met een heel gezellige en licht bedwelmde onderbreking op zaterdagavond, hebben we gewerkt als idioten. On a bossé comme des idiotes, dat klinkt wat poëtischer maar die gescheurde nagels en blauwe knie doen net zo’n pijn. Een top weekend en heerlijk bij gekletst, tussen de voeg- en menie bedrijven door en gillend boven de, tot grote prestatie opzwepende muziek uit.
En nu moet ik echt heel hoognodig in de actie. Ja. weer. Het is zondag en de zon schijnt maar ik moet schilderen. En wel mijn licht eikenhouten keuken. Het is een beetje oubollige kleur en bovendien maakt hij mij somber. Ik moet licht en fleur en kleur. Vooral wit, heb ik gemerkt. Nog even en ik zit in een operatiezaal. Hup Mar, dóe iets. En dat doe ik dus nu maar!
Klaar!!! Nou ja, dat wil zeggen; 6 kast deurtjes. En dan alleen de binnenkant want die moet eerst drogen hè?! Dan omkeren en de voorkant in de grondverf. De oefening herhaalt zich want dan mag de aflak zooi erop. Witte hoogglans. Brrrr. Als het me tegemoet hoogglanst moet ik verhuizen. Of een andere verf erop, dat kan ook. Ik geloof dat ik verhuizen minder erg vind dan keukenkastjes met paneel toestand schilderen. Iedere gek heb zuh gebrek. En me na afloop koesteren in het zonnetje bij het zwembad van Marjan. 't Ken slechter. :)
En omdat mijn haar is gekortwiekt, hoef ik niets meer te 'reteniren'. Boursin, das pas fè!
Avec ma tête bouclée...